Wijziging btw-regeling oninbare debiteuren per 1-1-2017

Met ingang van 1 januari 2017 zijn nieuwe regels van toepassing voor de btw-gevolgen van oninbare vorderingen. Deze nieuwe regels moeten het makkelijker maken om de btw op oninbare facturen geheel of gedeeltelijk terug te vragen. Aan de andere kant wordt u mogelijk ook sneller de btw verschuldigd die u eerder in aftrek heeft gebracht wanneer u facturen geheel of gedeeltelijk niet betaalt.

Regeling tot en met 2016

Onder de regeling zoals die tot en met 2016 van toepassing was, werd een teruggave verleend van de btw op oninbare facturen wanneer u aannemelijk kon maken bij de belastingdienst dat uw afnemer de factuur niet betaald had en deze ook niet meer zou gaan betalen. Bovendien kreeg u die btw alleen terug wanneer u daarvoor een verzoek indiende bij de inspecteur en die inspecteur daarover een beslissing had genomen. Dat kon een complexe en tijdrovende bezigheid zijn.
Eenzelfde soort regeling gold voor de situaties waarbij u zelf een factuur niet betaalde. Daarvoor was echter geen verzoek nodig maar u moest zelf beoordelen wanneer u een factuur redelijkerwijs niet meer zou gaan betalen. Op dat moment moest u dan de eerder afgetrokken btw corrigeren en via uw eigen aangifte alsnog betalen.

Omdat deze regeling de nodige onduidelijkheid bevatte en administratieve rompslomp met zich meebracht, heeft de wetgever deze regeling per 1-1-2017 aangepast.

Regeling vanaf 1-1-2017

Vanaf 1-1-2017 wordt deze hele regeling aangepast en vereenvoudigd. Zodra duidelijk is dat een factuur geheel of gedeeltelijk niet zal worden betaald, heeft dat gevolgen voor zowel de schuldeiser als voor de schuldenaar.

Wanneer door u een factuur wordt verstuurd en deze wordt geheel of gedeeltelijk niet betaald dan kan de schuldeiser de btw die betrekking heeft op het niet betaalde deel van die factuur voortaan terugvragen via de reguliere aangifte btw. Een apart verzoek aan de inspecteur is daarvoor niet meer nodig. De termijn daarvoor eindigt uiterlijk één jaar na het einde van de betalingstermijn van de betreffende factuur. Wanneer u geen betalingstermijn bent overeengekomen dan eindigt die betalingstermijn 30 dagen na ontvangst van de factuur.

Wanneer u een factuur heeft ontvangen met btw en deze btw in aftrek heeft gebracht, geldt hetzelfde maar dan omgekeerd. Voor de niet-betalende schuldenaar geldt namelijk dat hij de afgetrokken maar niet betaalde btw in ieder geval weer verschuldigd wordt één jaar na het tijdstip van opeisbaarheid van de vergoeding.

Uiteraard geldt dat u de btw eerder dan na afloop van de eenjaarstermijn kunt terugvragen of verschuldigd kunt worden wanneer binnen die termijn al duidelijk wordt dat een factuur niet zal worden betaald.

Verder gelden enkele bijzondere regelingen voor het geval de schuldenaar alsnog geheel of gedeeltelijk betaalt en voor het geval vorderingen worden overgedragen aan een derde (bijv. bij factoring). Bovendien is voorzien in overgangsrecht voor “oude vorderingen” waarbij moet worden vermeld dat een deel van dit overgangsrecht al gevolgen kan hebben voor de eerste aangifte btw van 2017.

Conclusie

De regeling voor oninbare debiteuren is met ingang van 2017 fors vereenvoudigd.